Bos van Houthulst - Westrozebeke
Relaas uit verklaring ADC DENDOOVEN
Relaas en besluiten Onderzoekscommissie
Hoofddossier: Bijlage 1: Verklaring dienstopdracht
Hoofddossier: Bijlage 2: Samenstelling onderzoekscommissie
Hoofddossier: Bijlage 4: PV van beschadiging van spoorwegwagon
Hoofddossier: Bijlage 5: PV van tegensprekelijke schouwing van materiaal M34
Hoofddossier: Bijlage 6: Berichtformule
Onderdossier: Kpl VAN HOORELBEKE
Onderdossier: Kpl VAN LERBERGHE
Op 13 januari 2025, tijdens een tragisch incident, viel Korporaal Willy VAN DAELE als dodelijk slachtoffer. Daarnaast raakten verschillende andere militairen gewond. LMW Marcel MADDELEIN werd zwaargewond, terwijl AdjudantChef August DENDOOVEN, 1Sergeant Réne CELIE, Korporaal Henri VAN LERBERGHE, Korporaal André HOORELBEKE en Soldaat Marcel SCHOLLAERT allemaal met verwondingen werden afgevoerd. Hoewel de verwondingen van deze laatste vijf als weinig ernstig werden beschouwd, waren er zorgen over mogelijke complicaties in de toekomst.
Tijdens de jaarlijkse herdenking te Stavelot op 7 donderdag september 2023, werd een verslag van dit ongeval door de jeugd van Stavelot en de voorzitter van de beEODa voorgelezen.
Bron: Verklaring Adjudant Chef August DENDOOVEN
Door de eenheidscommandant werd ik (cfr ADC DENDOOVEN) op 01 apr 70 aangeduid om een wagon toxische tuigen te laden, bestemd voor dumping in volle zee. De toxische tuigen moesten geladen worden op een kamion in het kwartier DOVO/2PL en afgeladen op een spoorweg wagon op de loskaai van 2Mun Dep. Volgend personeel werd voor het laden lossen ter mijner beschikking gesteld: 1 Sgt CELIE; Kpl HOORELBEKE; Kpl VAN LERBERGHE; Korporaal SCHOLLAERT; Kpl VAN DAELE en LMW MADDELEIN
Om 09.40 Hr word met het laden in kwartier DOVO/2PL aangevangen. Er moesten 50 kisten van het lot 1 per reis geladen en vervoerd worden, het totale lot bestond uit 279 kisten. Er werd gedurende het laden op de kamion niets abnormaals vastgesteld. het personeel werkt in ploegen van 2 man, waarvan 2 op de kamion en 4 op de begane grond, ikzelf verzekerde de kontrole en gaf de nodige aanduidingen voor het plaatsen van de munitie op de kamion.
Nadat de kamion geladen was met het aantal voorziene kisten werden de voerziene veiligheidspanelen op de kamion geplaatst en de Mun vervoerd naar de loskaai van 2 Mun Dep. In de kamion hadden een geleider en een begeleider plaatsgenomen, de 4 overige mannen en ikzelf hadden plaats genomen in een Jeep en reden de kamion vooraf. Op de loskaai aangekomen hebben wij de voorziene spoorwegwagon gereinigd, plaatsten een transportband in de wagon en begonnen met het ontladen van de kamion. De ter beschikking gestelde manschappen waren onderverdeeld in ploegen van 2 man, ,r.ia.rvan 2 op de kámion en 4 in de wagon.
Tot op dit ogenblik heb ik niets abnormaals bemerkt. Toen er ongeveer 24 kisten overgeladen waren heb ik de werkzaamheden gestaakt om de nodige onderrichtingen ten opzichte van de manier van laden aan het personeel te geven. Alles scheen nog normaal. Direct na mijn uitleg werd het lossen verder gezet en bukte ik mij om een kist op de juiste plaats te plaatsen ik stond met mijn rug naar het personeel,'op dit zelfde ogenblik hoorde ik een hevige knal en werd vooruit geslingerd, toen ik terug recht kwam bemerkte ik een hevige witte rook, het plafond van de spoorwegwagon brandde en het personeel liep al huilend en tierend in de wagon rond
Ik bemerkte dat iedereen gekwetst was en hielp zoveel mogelijk mee om het personeel uit de wagon te evacueren. Ik gaf ieder een de raad zich zo ver mogelijk van de wagon te verwijderen. Ik kroop terug in de wagon om Kpl Van Daele uit de kamion te evacueren, toen bemerkte ik dat voornoemde hevig gekwetst was aan het hoofd en reeds overleden. Terug op de begane grond heb ik met de hulp van Kpl Hoorelbeke en toegesneld personeel van 2 Mun Dep het nodige gedaan om de geneesheer, rechtstreekse overesten, dienst 900 enz, van het ongeval op de hoogte te brengen.
De geneesheer, onze ambulance en de dienst 900 waren zeer vlug ter plaatse. De geneesheer bracht de 1e zorgen aan de gekwetsten toe. Met onze ter beschikking staande ambulance werden de Kpl Van Lerberghe ne Schollaert plus 1Sgt Celie naar de H. Hartkliniek geëvacueerd. Met de dienst 900 werd ikzelf, Kpl Hoorelbeke en Lmw Maddelein naar de Maria Rustoordkliniek overgebracht.
De onderzoekscommiessie bestond uit Majoor MARECHAL (voorzitter) Kapt NOTE (Secretaris) en Kapt SCHEYVING (lid)
Besluiten der onderzoekscommissie
Het ongeval is gebeurd door het ontploffen van één kist bij het neerzetten op de runway in de wagon. Geen enkele andere kist is mee ontploft, hetgeen is gebleken uit de natelling der overblijvende kisten.
Te oordelen volgens de scherven zijn de 77 mm obussen ontpoft en hebben de 4'5 (of 10 cm) obussen verbrijzeld.
Volgens de betrokkenen werden de kisten zonder schokken behandeld.
De bij het ongeval toegepaste methode van inpakken en overladen werd reeds minimum 15 jaren toegepast zonder ongevallen.
Wij zijn van oordeel:
1. dat het ongeval gebeurd is gedurendede dienst;
2. dat het ongeval toe te schrijven is aan de dienst.
Veranwtoordelijkheden:
Noch de militaire overheid ,och het personeel dan de SEDEE, is verantwoordelijk van dit ongeval. Aan de opdrachten van de ontmijnen blijven steeds risico's verbonden, zodat een ongeval niettegenstaande alles altijd mogelijk is.
Het advies werd opgemaakt door de Chef Operaties van BVS, Generaal-majoor DELPERDANGE:
Ik ben van oordeel:
1. dat het ongeval gebeurd is tijdens de dienst;
2. dat het aan de dienst toe te schrijven is.
Verantwoordelijkheden:
1. Uit het onderzoeksdossier blijkt dat al de voorziene voorzorgsmaatregelen getroffen werden. De SEDEE schijnt aldus GEEN verantwoordelijkheid te dragen in dit ongeval.
2. Nochtans wanneer meer dan vijftig jaar oude munitie NOCH ter plaatse kan vernietigd NOCH geneutraliseerd worden en aldus vervoer en manipulatie onvermijdelijk zijn, mag men zich de vraag stellen of de thans in voege zijnde veiligheidsmaatregelen voldoen voor zo oude en niet verzorgde munitie.
3. Ik acht absoluut noodzakelijk door een bevoegde technische commissie de maatregelen te laten bestuderen die het kenteren van zulke munitie het veiligst mogelijk zou maken.
4. Het verslag van SIPEG toont duidelijk aan dat zulke opdrachten grote risico's meebrengen. Daarom moet een vergoedingspremie gelijk aan de bijzondere premie wegens luchtvaartongeval en andere zelfde voorwaarden als de laatste voorzien en toegekend worden.
5. Zie ook besluiten voor het verslag Med Technische inspectie 2 Mil Geb; Nr 71073. van 21 April 70. betreffende de geneeskundige dienst.
Monument van PoelkapelleNa het ongeval is er een onderzoekscommissie opgericht die verantwoordelijk was voor het interne onderzoek. Deze commisie heeft na de nodige ondervragingen en opzoekingen een Nota opgesteld met al deze bevindingen (ook van hogerhand) in.
Één van de eerste punten in een onderzoek, is het vaststellen of de opdracht waartoe een ongeval geleid heeft, wel degelijk bevolen was. In dit geval heeft de Commandant van het Tweede Peloton van DOVO, de Kapitein G SCHEYVING, de opdracht gegeven om deze taak uit te voeren. Met deze nota wordt de opdracht bevestigd.
Bij een onderzoek hoort natuurlijk een onderzoekcommissie. Deze wordt door de Korpscommandant samengesteld en zal normaliter uit drie personen bestaan. In dit geval werd er gekozen om de majoor Jospeh MARECHAL, toenmalige KorpsCommandant van DOVO; Kapitein Emiel NOTE en toekomstig KorpsCommandant van DOVO; en Kapitein G SCHEYVING, Commandant van het TWeede Peloton van DOVO.Deze commissie verschijnt in de Dagelijkse Orders van DOVO.
Zelfs na een spijtig ongeval, is er administratie nodig om de nodige vaststellingen te doen. Onder andere de vrachtwagen die aan stukken gereten werd, heeft een raming van de kosten gekregen.
Zelfs na een spijtig ongeval, is er administratie nodig om de nodige vaststellingen te doen. Onder andere de spoorwegwagon, die net als de vrachtwagen aan stukken gereten werd, heeft een raming van de kosten gekregen.
Deze berichten zijn opgesteld geweest na het ongeval. Ze bevatten onder andere de namen, toestand en burgerlijke stand van de slachtoffers en oorzaak van het ongeval.
Onderdossier: Kpl VAN HOORELBEKE
Forêt de Houthulst - Westrozebeke
Récit de la déclaration de l'ADC DENDOOVEN
Récit et conclusions de la Commission d'Enquête
Note sur l'accident de travail
Dossier principal : Annexe 1 : Déclaration de mission
Dossier principal : Annexe 2 : Composition de la commission d'enquête
Dossier principal : Annexe 4 : PV de détérioration du wagon ferroviaire
Dossier principal : Annexe 5 : PV de l'examen contradictoire du matériel M34
Dossier principal : Annexe 6 : Formulaire de message
Sous-dossier : Kpl VAN HOORELBEKE
Sous-dossier : Kpl VAN LERBERGHE
Le 13 janvier 2025, lors d'un incident tragique, le Caporal Willy VAN DAELE a perdu la vie. Plusieurs autres militaires ont été blessés. LMW Marcel MADDELEIN a été gravement blessé, tandis que l'Adjudant-Chef August DENDOOVEN, le 1er Sergent René CELIE, le Caporal Henri VAN LERBERGHE, le Caporal André VAN HOORELBEKE et le Soldat Marcel SCHOLLAERT ont tous été évacués avec des blessures. Bien que les blessures de ces cinq derniers aient été considérées comme relativement légères, des préoccupations ont été soulevées concernant des complications possibles à l'avenir.
Lors de la commémoration annuelle à Stavelot le jeudi 7 septembre 2023, un rapport de cet accident a été lu par la jeunesse de Stavelot et le président de la beEODa.
Source : Déclaration de l'Adjudant-Chef August DENDOOVEN
Le commandant de l'unité m'a (cf. ADC DENDOOVEN) désigné le 1er avril 1970 pour charger un wagon de munitions toxiques destinées à être jetées en mer. Les munitions toxiques devaient être chargées sur un camion dans le quartier DOVO/2PL et déchargées sur un wagon de chemin de fer au quai de déchargement du dépôt 2 Mun. Le personnel suivant a été mis à ma disposition pour le chargement et déchargement : 1 Sgt CELIE ; Cpl HOORELBEKE ; Cpl VAN LERBERGHE ; Cpl SCHOLLAERT ; Cpl VAN DAELE et LMW MADDELEIN.
À 09h40, nous avons commencé le chargement dans le quartier DOVO/2PL. Il fallait charger 50 caisses du lot 1 par voyage, le lot total comprenant 279 caisses. Aucun incident anormal n'a été constaté pendant le chargement sur le camion. Le personnel travaillait par équipes de deux, dont deux sur le camion et quatre au sol. Pour ma part, je contrôlais et donnais les instructions nécessaires pour placer les munitions sur le camion.
Une fois le camion chargé avec le nombre prévu de caisses, les panneaux de sécurité ont été installés sur le camion et les munitions ont été transportées au quai de déchargement du dépôt 2 Mun. Le camion contenait un conducteur et un accompagnateur, tandis que les quatre autres hommes et moi-même avons pris place dans un jeep et avons conduit le camion devant. À l'arrivée au quai de déchargement, nous avons nettoyé le wagon de chemin de fer prévu, installé une bande transporteuse dans le wagon et commencé à décharger le camion. Le personnel mis à disposition était divisé en équipes de deux, dont deux sur le camion et quatre dans le wagon.
Jusqu'à ce moment, je n'avais remarqué rien d'anormal. Lorsque environ 24 caisses avaient été transférées, j'ai interrompu les travaux pour donner les instructions nécessaires concernant la manière de charger au personnel. Tout semblait encore normal. Juste après mon explication, le déchargement a repris et je me suis penché pour placer une caisse à l'endroit approprié, étant tourné de dos au personnel. C'est à ce moment précis que j'ai entendu une violente explosion et j'ai été projeté en avant. Lorsque je me suis redressé, j'ai remarqué une épaisse fumée blanche, le plafond du wagon de chemin de fer brûlait et le personnel courait dans le wagon en pleurant et criant.
Je me suis rendu compte que tout le monde était blessé et j'ai aidé autant que possible à évacuer le personnel du wagon. J'ai conseillé à chacun de s'éloigner le plus possible du wagon. Je suis retourné dans le wagon pour évacuer le Cpl Van Daele du camion, et c'est là que j'ai constaté que ce dernier était gravement blessé à la tête et déjà décédé. Une fois de retour au sol, j'ai, avec l'aide du Cpl Hoorelbeke et du personnel accouru du dépôt 2 Mun, pris les mesures nécessaires pour informer le médecin, les autorités compétentes, le service 900, etc., de l'accident.
Le médecin, notre ambulance et le service 900 sont arrivés très rapidement sur les lieux. Le médecin a prodigué les premiers soins aux blessés. À bord de notre ambulance, le Cpl Van Lerberghe, Cpl Schollaert et 1 Sgt Celie ont été évacués à la clinique H. Hart. Quant à moi, le Cpl Hoorelbeke et LMW Maddelein, nous avons été transférés à la clinique Maria Rustoord grâce au service 900.
La commission d'enquête était composée du Major MARECHAL (président), du Capitaine NOTE (secrétaire) et du Capitaine SCHEYVING (membre).
Conclusions de la commission d'enquête
L'accident est survenu à la suite de l'explosion d'une caisse lorsqu'elle a été posée sur la piste dans le wagon. Aucune autre caisse n'a explosé, comme l'a confirmé le comptage des caisses restantes.
À en juger par les éclats, il semble que des obus de 77 mm aient explosé, tandis que des obus de 45 mm (ou 10 cm) ont été brisés.
Les personnes impliquées affirment que les caisses ont été manipulées sans secousses.
La méthode d'emballage et de déchargement utilisée lors de l'accident était appliquée depuis au moins 15 ans sans incidents.
Nous estimons :
1. que l'accident s'est produit pendant le service ;
2. que l'accident est imputable au service.
Responsabilités :
Ni l'autorité militaire, ni le personnel, ni la SEDEE, ne sont responsables de cet accident. Les missions de déminage comportent toujours des risques, de sorte qu'un accident reste toujours possible malgré toutes les précautions prises.
L'avis a été rédigé par le Chef des Opérations du BVS, le Général-Major DELPERDANGE :
Je suis d'avis :
1. que l'accident s'est produit pendant le service ;
2. que cet accident est imputable au service.
Responsabilités :
1. D'après le dossier d'enquête, toutes les mesures de précaution prévues ont été prises. La SEDEE ne semble donc PAS responsable de cet accident.
2. Toutefois, lorsqu'une munition vieille de plus de cinquante ans NE PEUT NI ÊTRE DÉTRUITE NI NEUTRALISÉE sur place, et que son transport et sa manipulation deviennent inévitables, on peut se demander si les mesures de sécurité actuellement en vigueur sont suffisantes pour une munition aussi ancienne et mal entretenue.
3. Il me semble absolument nécessaire qu'une commission technique compétente étudie les mesures à prendre pour rendre le retournement de telles munitions aussi sûr que possible.
4. Le rapport de SIPEG montre clairement que de telles missions comportent de grands risques. Par conséquent, une prime de compensation égale à la prime spéciale en cas d'accident aérien et dans les mêmes conditions que pour les accidents aériens doit être prévue et attribuée.
5. Voir également les conclusions du rapport de l'Inspection Technique Médicale 2 Mil Geb ; Nr 71073 du 21 avril 70 concernant le service médical.
Voici la traduction en français du texte que vous avez fourni : --- Monument de PoelkapelleAprès l'accident, une commission d'enquête a été créée, chargée de l'enquête interne. Cette commission a rédigé une note après les interrogations et recherches nécessaires, en y intégrant les conclusions (y compris celles des autorités supérieures).