Blankenberge

Blankenberge

Op 9 februari 1945 overlijdt de 1ste Sergeant-majoor Polidor LEHOUCK tijdens een opdracht te Blankenberge. Polidor was werkzaam bij 2e sectie (Kust) van de Sector West Vlaanderen van DOVOO. Hij leit het leven bij de ontmijning van het station van Blankenberge.

Tijdens het ontmijnen van een gevalstrikte (bleek achteraf) Holzmine.

Relaas van de feiten, uit het Franstalige verslag van Onderluitenant R SAMYN, chef van de sectie:

Op 9 februari 1945 was een team, bestaande uit 1ste sergeant-majoor LEHOUCK, sergeant CRABEELS, wachtmeester HOPPE en vier arbeiders, onder mijn bevel (cfr Onderuitenant SAMYN), bezig met het ontmijnen van het plein voor het station van Blankenberge. Sergeant-majoor LEHOUCK en ik hadden vier mijnen verwijderd toen ik, voor we de volgende mijn zouden verwijderen, besloot naar de burgemeester van de stad te gaan, die niet ver van onze werkplek was. Ik was net het bureau van de burgemeester binnengegaan toen er een explosie te horen was. Ik haastte me naar de werkplek en kon enkel het tragische ongeluk vaststellen. Er raakte niemand anders gewond./p>

Andere getuigenissen:

De sergeant CRABEELS verklaard: (vertaald uit het verslag dat in het frans opgesteld is) Ik was bezig met het verwijderen van een mijn toen op een gegeven moment een ontploffing zich voordeed en ik gevallen ben. Nadat ik mijn hoofd oprichtte, zag ik een stofwolk. Ik heb niet gezien hoe het ongvela gebeurd is.

De wachtmeester HOPPE verklaard: (vertaald uit het verslag dat in het frans opgesteld is) Ik was met mijn rug naar waar de 1ste Sergeant-majoor aan het werk was en was bezig met het verwijderen van een mijn. Ik heb toen de ontploffing gehoord in mijn nabije omgeving en heb me laten vallen. Nadat ik opgestaan was, zag ik een stofwolk en stelde vast dat mijn chef weg was.

Schets

Gedetailleerd verslag

Begeleidende nota aan het verslag

Bericht van het ongeval

Bericht van de Sectoroverste aan DOVOO

Blankenberge

Le 9 février 1945, le 1er sergent-major Polidor LEHOUCK décède lors d’une mission à Blankenberge. Polidor était affecté à la 2e section (Côte) du Secteur West-Vlaanderen du SEDEEO. Il perd la vie lors du déminage de la gare de Blankenberge.

Lors du déminage d’une mine anti-char (qui s’est avérée être une Holzmine).

Récit des faits, extrait du rapport du Sous-lieutenant R. SAMYN, chef de la section :

Le 9 février 1945, une équipe composée du 1er sergent-major LEHOUCK, du sergent CRABEELS, du maréchal-des-logis HOPPE et de quatre ouvriers, sous mon commandement (cf. Sous-lieutenant SAMYN), était occupée à déminer la place devant la gare de Blankenberge. Le sergent-major LEHOUCK et moi-même avions enlevé quatre mines, lorsque je décidai, avant de retirer la prochaine mine, d’aller voir le maire de la ville, qui se trouvait non loin de notre lieu de travail. Je venais tout juste d'entrer dans le bureau du maire lorsqu’une explosion retentit. Je me précipitai sur le lieu de travail et ne pus que constater le tragique accident. Personne d’autre ne fut blessé.

Autres témoignages :

Le sergent CRABEELS déclare : J’étais en train de retirer une mine quand, à un moment donné, une explosion se produisit et je tombai. Après avoir relevé ma tête, j’ai vu un nuage de poussière. Je n’ai pas vu comment l’accident s’est produit.

Le maréchal-des-logis HOPPE déclare : J’étais de dos par rapport à l’endroit où le 1er sergent-major travaillait et j’étais en train de retirer une mine. J’ai alors entendu l’explosion à proximité et je me suis jeté au sol. Après m’être relevé, j’ai vu un nuage de poussière et j’ai constaté que mon supérieur n’était plus là.

Croquis

Rapport détaillé

Note d'accompagnement du rapport

Message de l'accident

Message du chef de secteur au SEDEEO